ANALYSE – De nieuwe wet voor zzp’ers moet schijnzelfstandigheid aanpakken, maar schiet zijn doel voorbij. Het kabinet zadelt alle zelfstandigen op met een berg administratie en opdrachtgevers zijn huiverig om zzp’ers in te huren. Dat kan anders.

Minder werk voor zzp’ers. Dat is de voorlopige conclusie die uitzender Randstad trekt, twee maanden nadat de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties van kracht is.

De oude VAR-verklaring is op 1 mei vervangen door een systeem met modelovereenkomsten. Werkgevers en zzp’ers zijn voortaan samen verantwoordelijk voor het opstellen en naleven van de overeenkomst die ze aangaan.

De Belastingdienst kan achteraf beoordelen dat niet aan de regels is voldaan, en dat er sprake is van een fictieve dienstbetrekking. In dat laatste geval moet er toch loonheffing door de opdrachtgever worden afgedragen.

Schijnzelfstandigheid

Staatssecretaris Wiebes van Financiën wil met de nieuwe wet het probleem van schijnzelfstandigheid aanpakken, waarbij mensen op papier werken als zzp’er (en gebruik kunnen maken van fiscale voordelen als de zelfstandigenaftrek) terwijl ze in de praktijk gewoon in dienst zijn. De werkgever kan zo besparen op loonkosten.

Op zich is het een nobel streven van Wiebes dat hij constructies als bij PostNL aanpakt (al is onduidelijk hoe groot het probleem van schijnzelfstandigheid precies is). Maar de manier waarop hij dat doet, pakt nadelig uit voor alle ruim 1 miljoen zelfstandigen in Nederland. Het is alsof je met een bazooka op een mug schiet.

Minder werk

Ten eerste zijn alle zelfstandigen opgezadeld met de administratieve rompslomp die bij de modelcontracten komt kijken. Met elke opdrachtgever moet een overeenkomst worden afgesloten, eentje die ook nog eens per sector verschilt. Dat leidt tot de nodige frustratie onder zelfstandigen.

Maar belangrijker: opdrachtgevers huren volgens Randstad minder gauw zzp'ers in. Hoewel de Belastingdienst het eerste jaar niet gaat controleren, hanteren veel bedrijven toch al de nieuwe regels om straks hoge boetes te voorkomen. Opdrachtgevers willen zeker weten dat een zzp'er op papier ook echt ondernemer is. En dat leidt in eerste instantie tot afwachtendheid, en dus tot minder werk voor zelfstandigen.

Fiscale voordelen

Kan schijnzelfstandigheid ook op een andere manier aangepakt worden? Een oplossing die in het verleden onder meer is aangedragen door de commissie-Dijkhuizen is het afschaffen van de fiscale voordelen voor zzp'ers: de startersaftrek, de zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Dat zou de zzp-constructie voor werkgevers minder aantrekkelijk maken.

Maar ook hierbij scheer je de diverse groep zzp'ers over één kam. Een deel van de zelfstandigen gaat misschien weer in loondienst, maar een ander deel is te duur geworden voor opdrachtgevers en zit zonder werk. Doet hij of zij een beroep op de bijstand, dan kost het de overheid ook nog eens bakken met geld. Bovendien is het een oplossing die de vraag vanuit de samenleving en economie naar meer flexibiliteit negeert.

Werknemer aantrekkelijker maken

Daarom zou het veel verstandiger zijn om in plaats van de zzp’er onaantrekkelijker te maken voor werkgevers, de werknemer in loondienst aantrekkelijker te maken. Het heeft namelijk nog altijd voordelen om mensen in vaste dienst te nemen: kennis en werkervaring blijven behouden voor de onderneming; een zelfstandige kan net zo makkelijk voor de concurrent aan de slag gaan.

Minister Asscher van Sociale Zaken gaf vorig jaar een aanzet door de verplichte loondoorbetaling bij ziekte voor kleine ondernemers te verkorten van twee naar één jaar. Dat moet de drempel verlagen voor kleine bedrijven om personeel aan te nemen.

Maar er kan nog meer gedaan worden, zoals een soepeler ontslagrecht zodat werkgevers minder bang zijn om iemand voor langere tijd in dienst te nemen. De nieuwe ontslagwet van Asscher heeft voorlopig het tegenovergestelde effect. Andere opties: het verkorten van de WW-duur en het verlagen van de inkomstenbelasting zodat werknemers meer overhouden.

Zo'n heroriëntatie van de arbeidsmarkt zit er onder de huidige regering niet in: PvdA en VVD zijn het grondig oneens over het zzp-vraagstuk. Het volgende kabinet kan na de verkiezingen in maart 2017 met echte oplossingen komen.